Dag 33: woensdag 11 September
Mist trok over de bergen, m'n slaapzak
was klam en kleefden aan mijn blote bast. Het dauw van de ochtend
druppelde door m'n haren. Ik had het koud.
Bilbao was nog zo'n dertig kilometer
fietsen en haalbaar voor lunchtijd. De weg daalde vriendelijk omlaag
en ik stuurde 'Eddie' door de groene vallei van baskenland. Koeien
droegen een koe-bel en schapen een schapenbelletje. De fruitbomen
waren zwanger van fruit en hun takken hingen slap, met aan het
uiteinde een volmaakt stuk sappig fruit. Ik stopte m'n fietstassen
vol met peren, appels, pruimen en perzikken.
Parallel aan de snelweg liep een
verlaten weggetje welke ik had gevonden op de kaart van een
souvenirswinkel in Surlope. Met een sukkeldrafje gleed ik richting
Bilbao.
Ik botste tegen de rivier Nervion aan
en hoefde enkel links aan te houden om in Bilbao te belandden.
Blijkbaar leek ik verdwaald want een mountainbike-recreant vroeg of
ik de weg wist naar Bilbao. Na tien minuten snapte ik geen bal van
wat de beste man te vertellen had. Ik maakte duidelijk geen Spaans te
spreken, laat staan Baskisch. De man gebaarde dat ik de rivier moest
volgen, wat ik eigenlijk ook van plan was. Desalniettemin een zeer
attente binnenkomer voor deze imponerende stad. De spiksplinter
nieuwe boulevard glimlachte in de zuinige zon en het Guggenheim museum
met haar overvloedige glaswerk, lachte terug. Toeristen stonden in de
rij en talloze hardlopers zigzagde om hen heen.
Guggenheim museum in Bilbao lacht terug
Ik besloot om de stad in te trekken en
een Santiago de Compostella pelgrims-kaart te scoren in de kerk.
Hiermee zou ik toegang moeten krijgen tot alle pelgrims herbergen in
Spanje. Volgens de herberg waar ik had overnacht kon ik er hier in
Bilbao eentje krijgen. Dus moest ik eerst de kerk vinden waar ik zo'n
kaart kon krijgen. Om ook weer uit de stad te raken had ik een
stadskaart nodig met fietspaden. Zoals wel vaker bleek op mijn
terugweg, zou het toeristencentrum hier uitkomst bieden, mits je het
toeristencentrum kunt vinden. Want waar is dat ding in Bilbao?
Tot drie keer toe liep ik het
toeristencentrum voorbij. Ik verdwaalde in het straten labyrint van
Bilbao, reed terug over de boulevard langs het Gugenheim museum wat
ongetwijfeld mooi is van binnen, en verdwaalde opnieuw.
Ik sprak een man met bolhoed aan, of
hij misschien wist waar het toeristencentrum was. Omdat hij toch
dezelfde richting uit moest, liep hij met me mee. Hij vertelde dat
z'n dochter internationaal topatleet was met als specialiteit; de
triatlon. En dat ik ook een topsporter was, internationaal gezien,
maar op een andere manier. Ook vertelde hij dat het toeristencentrum
gewoon een stukje verderop lag. Naast de kerk, waar ik moest zijn.
Uiteindelijk had ik alleen de
stadskaart te pakken, de felbegeerde pelgrims-kaart werd alleen op
een donderdag vergeven. Ik had dus pech.
Rond half twee vertrok ik uit Bilbao.
Door middel van mijn stadskaart wist ik precies welke kant ik uit
kon, ware het niet dat door werkzaamheden de situatie was gewijzigd.
Helaas heeft de fietser in Spanje nog niet de status verworven zoals
die in Nederland geldt. De fietser wordt in Spanje vergeten en ik
werd gedwongen, maar plaats te nemen tussen het verkeer op de
randweg.
Dit deel van Spanje heeft me behoorlijk
wat hartkloppingen bezorgd wat verkeer betreft. Mocht ik ooit een
bloeddruk meter op m'n fiets installeren dan kan ik hier in Spanje
records verbreken. Levensgevaarlijk!
De chaos werd compleet door toeterende
automobilisten die het er duidelijk niet mee eens waren dat ik op hun
weg fietste. Net zo snel als ik in de chaos belandde, zo snel was ik
ook weer alleen. Ik sloeg een zijweg in en fietste vreedzaam richting
de Atlantische kust. Ik fietste langs een rivier, waarin talloze
vissen zwommen, blijkbaar kon je ze niet eten, vandaar ook hun
overschot.
Mijn telefoon, camera en i-pod waren
leeg en ik moest opnieuw geld hebben via een Western Union. In mijn
portemonnee zat nog zo'n €60,-.
Ik besloot een camping te nemen. Met
royale tegenzin betaalde ik €16,- voor een nachtje camping want ja
je hebt wel uitzicht op de Atlantische Oceaan. Ik dacht dan zullen we
ook maar een mooi plekje uitzoeken. Midden op de heuvel met een
panorama view op de kust. Al snel kwam de boze eigenaar aangestormd
om me weg te jagen, dit was geen campingplaats.
Uitzicht van de dure camping met gefrustreerde campingbaas
Ik kocht
aanmaakblokjes met de gedachte mijn eten op te warmen. Het bleek een
desastreuze keuze te zijn. Het opwarmen ging prima, maar de
bijeffecten van de aanmaakblokjes waren verschrikkelijk.
Opeens wist ik waar de uitdrukking
'roet in het eten' vandaan komt. Mijn god wat had ik er een zooitje
van gemaakt. Mijn handen waren pikzwart, en mijn pan was naar de
filistijnen. Ik kon niets meer aanraken. Bleek die roet ook nog eens
onmogelijk te verwijderen te zijn. Ellende alom.
Ik was moe, deed de afwas half en
sprong in een koude douche. Uit frustratie jatte ik een stoel van de
boze campingbaas en verstopte 'm achter m'n tent.
Er was een koffie automaat waar je
€0,05 voor een bekertje lauw water, prima om oploskoffie in op te
lossen dacht ik, als alternatief. Maar het was te ranzig voor
woorden.
Gelukkig had ik nog een zakje met oa
zonnebloempitten en pompoenpitten. Veel jongeren in Spanje eten deze
snack en ik kon niet achterblijven. Het is me nog steeds niet
duidelijk hoe je het pitje zonder problemen van haar schil
verwijderd. In de meeste gevallen verdween het pitje met haar
gezouten jasje direct in mijn maag. Zo geschiedde ook met de
pompoenpitten. Ik besloot deze avond eens goed te oefenen. Het begon
te regenen en ik oefende verder in m'n tent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten