dinsdag 26 november 2013

Bed

Dag 24: Zondag 1 September

Afscheid nemen van de fijne mensen in Sant Hilari viel zwaarder dan gedacht. Het raakte toch. Bedankt Sant Hilari Scalam voor alles. Eeuwige dank aan Peter en Zaida en tot de volgende keer!

vlnr, Zaida, José, Maria, ?, Peter.

Direct na Sant Hilari begon de weg flink te stijgen. Aanvankelijk dacht ik nog dat het de top van de berg betrof,  maar er kwam geen top. Er was alleen maar een weg en wildernis en de weg ging omhoog. Al in de eerste kilometers besefte ik dat het afzien zou worden vandaag. Ik zocht mijn allerkleinste verzet en ontdekte dat ik daar al op reed. Toen probeerde ik staande op de bedalen lichtvoetig naar boven te sprinten. Dat hield ik tweehonderd meter vol. Het was laat in de middag, maar nog steeds zo ondragelijk heet. Zweet gutsete op mijn frame. Ik bedacht dat ik voorzichtig zou moeten zijn in de afdaling omdat mijn remblokjes en velgen nat waren van mijn eigen zweet. Maar voorlopig was er geen enkel risico op enige afdaling. Ik was ten einde raad. Precies op dat moment werd ik aangemoedigd door een oude Catalaan die aan de kant van de weg een sigaretje zat te roken. Ik zette nog één keer aan.

Terwijl ik instortte, viel de avond. Ik begon mij zorgen te maken of ik wel een slaapplaats kon vinden. In stopte in een vallei om pizza te eten. Ik had zin in pizza en er kwam voetbal op tv, Barcelona - Valencia. Naarmate ik langer op het terras bleef zitten, kwamen er steeds meer mensen bij. Om negen uur had iedereen een bord eten, een goed glas wijn en zicht op de televisie. Barcelona was favoriet, natuurlijk. Achter mij zat een stelletje met een hond. Als ijsbreker bedacht ik om de hond een stukje van mijn pizza te geven. Gulzig hapte hij in de pizza en in mijn hand. De eigenaar vond het prachtig, we raakte in gesprek. Voor ik het wist, had ik opnieuw een bed. Opnieuw zou ik achter een auto aanfietsen en zo het juiste dorp bereiken. Sant Fruitos lag op acht kilometer fietsen.
Het café waar we iets gingen drinken heette La Fonda. Een verzamelplek voor de werkloze jeugd van Spanje. En het was druk op het terras. Ik mocht bij Rebor pitten, tenzij zijn zus, waar hij mee samenwoonde het goed vond. De kans dat zij het goed zou vinden was groot, Rebor's zus Susanne, is namelijk fanatiek couchsurfer. Rebor sprak prima engels hij volgde een Engelsles.
Als dank voor een slaapplaats bood ik hem wat wiet aan. Ik had nog wat wiet ergens in mijn fietstassen verstopt bedacht ik me opeens. Aangezien ze hier niet vies zijn van een jointje en bij La Fonda iedereen aan het blowen was, stelde ik voor een Hollands jointje te draaien. Rebor vond het een top plan en zonder veel woorden te spreken hadden we een ontzettend grappige avond. Ik moest nog wel aan zus Susanne worden voorgesteld. Dit ging nog prima en ze vond het een goed idee dat ik bleef slapen. Ze hadden bedacht dat ze hun engels lessen met hulp van mij in de praktijk konden brengen. Een win-win situatie te noemen. Ik sliep opnieuw in een bed!

maandag 25 november 2013

Frank

Dag 23: Zaterdag 31 Augustus

De wekker stuiterde van mijn nachtkastje, het was elf uur. Vandaag moest ik geld regelen via een wisselkantoor, anders moest ik nog twee dagen zonder geld overleven.
Om één uur zou de Western Union bank van het dorp eventjes verderop sluiten. Dus ik had haast.
Gelukkig was Zaida al koffie aan het zetten. Het lijkt alsof ze hier geen haast kennen. Of ze voelen niet de urgentie. Ik maakte me zorgen maar Zaida en Peter niet. Net als elke morgen werd er eerst royaal en uitgebreidt gegeten.
Peter moest een kater hebben, daar kon geen twijfel over mogelijk zijn. Toch kwam hij fris en fruitig naar beneden gespurt, in z'n onderbroek. Hij had de knop van de radio gevonden en draaide een cassettebandje met daarop, geloof het of niet, van die verschrikkelijke techno.  Peter ging verder waar hij enkele uurtjes geleden mee gestopt was namelijk partyen. In de keuken in z'n onderbroek. De beste man bleek geen enkele last te hebben van z'n uitspattingen de nacht ervoor. Peter de machine. Toen hij eenmaal zat op z'n stoel ging hij een jointje draaien. Daar schuilt misschien wel het geheim van de Catalanen en Spanjaarden. Iedereen blowt zich hier een ongeluk. Moeders, leraren, eeuwige vrijgezellen, verpleegsters, kerels, jongens, opa's, metalheads en hippies. Ze blowen in het openbaar, op het terras en tussen de soep en aardappelen door. Er wordt hier wat gras verstookt.

We gingen dus geld halen. Noem het effeciëntie of geluk, maar om 1 minuut voor 1 uur stond ik buiten met zes warme gele briefjes in m'n knuistje. Ik was opgelucht en er viel een last van m'n schouders.
Ik moest Pau afbellen. Hij was erg teleurgesteld toen ik mededeelde dat ik niet zou meegaan. Ik vermoed dat hij zich verheugd had om tijd met mij, zijn vriendin en zijn familie door te brengen. Het is natuurlijk niet leuk om te horen maar ik koos de gemakkelijke weg door te blijven in Sant Hilari.

Inmiddels hadden Peter, Zaida en ik ons geïnstalleerd op het terras. Ik gaf een rondje en er kwamen steeds meer mensen bij zitten. Er werd niet alleen een drankje genuttigd, na goed Spaans gebruik werd er ook een tapas bij geserveerd. Ik kreeg een petat met aoli. Een goede combinatie.
Ook José, Maria en huskey hond Junior waren aangeschoven, goede vrienden van Peter en Zaida. Maria is niet de juiste naam , die ben ik vergeten. Dat is natuurlijk niet netjes maar ik moet ook zoveel onthouden. Ik heb een lui geheugen dat maar niet aan de praat te krijgen is. Catalaanse woorden vliegen je om de oren en ik ontmoet op zo'n dag minstens 20 nieuwe mensen waarvan de naam het minst blijft hangen. Ik weet wel dat Maria, Camino de Compestella (Spaanse variant van Santiago de Compestalla) heeft gelopen. En dat ze in Barcelona wonen en iedere week de stad ontvluchten vanwege de drukte.
Pep een verdwaalde jongeman van 31 ging ook mee naar de terra om te lunchen. De terra leek af en toe wel een opvangtehuis voor gestrande reizigers.
Eenmaal bij de terra kregen we een rondleiding door de moestuin met bijbehorende wietplantage. Er werd geluncht, gedronken, gelachen en gepraat.
Vandaag stond de zeepkistenrace op het programma als onderdeel van het festival. Dat betekent in een zelf gemaakt voertuig vijftien kilometer berg afwaarts, door de straten van Sant Hilari. Echte voorwaarden voor het zelf gemaakte voertuig waren er niet. Zo kwamen er complete carnavals wagens langsgesjeest, maar ook einzelgängers in een kruiwagen op twee wielen. Enigste voorwaarde was dat het geval vooruit ging en kon sturen. Mocht er aan deze voorwaarde niet voldaan worden, dan was de politie zo adrem het geval van de weg te slepen, voordat het geramt werd door een ander naderend voertuig. Ook tijdens deze activiteit was er duidelijk drank in het spel. Dit resulteerde in gevaarlijke situaties waarbij een voertuig met pak en beet tien personen met een rotvaart het enthousiaste publiek naderde om op het allerlaatste moment de juiste richting op de sturen en verder de berg af te dalen. Je mag wel stellen dat de Catalanen het niet zo nauw nemen met hun eigen veiligheid.
Voor de kerk op het plein werd er gratis Agui de Valencia uitgedeeld. Dat is zoiets als Passoa. In koelboxen werden de drinkpakken uitgeknepen om met een beker de drank eruit te scheppen en uit te delen aan het publiek, al dan niet gooiend. Want het kwam vaker voor dat de oranje suiker substantie op iemands hoofd belandde dan in iemands mond. Er ontstond zelf een poel van Agui de Valencia. Als kleine kinderen spetterde de mannen elkaar onder. Een komisch tafereel totdat je zelf besprenkeld wordt met die zoete rommel.
We gingen terug naar de terra om te barbequën. New Kid Frank zorgde voor het eten en kwam met tien kilo vlees gewikkeld in doeken dragend over zijn schouder de terra ingelopen. De mannen zorgde voor het vuur en vlees, de vrouwen voor de groente en saus. Het vuur werd gestookt in de openhaart. In grote schalen ging het vlees de tafel rond. Een andere traditie is  om op een speciale manier wijn te drinken. In een karaf wordt wijn geschonken en via een dunne spits gutst deze eruit, rechtstreeks in je mond. Althans dat is de bedoeling. Kijk maar:


Frank en ik gingen naar de kermis, we gingen schieten in de schiettent. In Nederland schieten we op een spijker of plastic hand om vervolgens een pluche beer te winnen. In Catalonië schieten ze op een tonnetje, schiet je raak dan win je een shotje. In al ons enthousiasme hadden we in totaal 9 keer raak geschoten. Een schiettent in Catalonië is na goed gebruik een gemakkelijke manier om snel dronken te worden.

Dit is Frank.

Ik had enorme spierpijn in mijn kuiten. Drie dagen had ik niets gedaan als gezeten, gegeten en gedronken. Dit was het teken om morgen weer op de fiets te springen.


donderdag 21 november 2013

Mudfootball

Dag 22: vrijdag 31 Augustus

Ondanks mijn eerste bed in ruim drie weken sliep ik slecht. Voornaamste reden was dat ik geen geld meer had en m'n bankpas geblokkeerd was. Ik werd wakker met een gigantische kater. Pijn in mijn hoofd van de drank en buikpijn van de bankpas. Daarnaast kocht ik van m'n laatste geld peuken terwijl ik twee weken was gestopt met roken. Dom, dom, dom.
Als deel van de Spaanse cultuur werd er koffie gezet. Van die hele sterke met een koekje, vaak eentje met chocolade. Nu ben ik niet zo'n snaaier, maar hier in Spanje vliegen de koekjes naar binnen. Neem je er één dan is het pak eerder half leeg dan vol. Na het ontbijt gingen we naar het dorp voor de boodschappen. Peter, Zaida, Hannah en ik klommen uit het dal, in de witte caddy. Ik was druk aan het telefoneren om het probleem met m'n bankpas op te lossen. Mijn telefoonrekening zal wel tegen de honderd euro aanlopen. Spanjaarden verbouwen vrijwel al hun groente in zuinig aangelegde tuintjes. Zelfs rijtjeshuizen hebben op hun zeldzame stuk grond wel een tomatenplant in pot staan. In de winkel kochten we dan ook alleen wat vlees en pasta. En natuurlijk een koekje voor bij de koffie na de lunch. Na de boodschappen gingen we allemaal terug naar de terra om een formidabel eenvoudige lunch te bekokstoven. Pasta, groente, kip en heel veel zout en peper. Peter, de electricien bleef in het dorp, om te werken. Hij heeft twee huizen. Eentje samen met z'n pa in het dorp Sant Hilari en de andere vier kilometer in de bossen, bergafwaarts wat ze terra of boshuis noemen. De terra heeft Peter zelf verbouwd voor nog geen drieduizend euro, in vier jaar tijd. Een hobby project noemde hij het. Een droomhuis als je het mij vraagt. Het pleepapier werd verzamelt in een prullenbakje zodat de wc niet verstopt raakt.
Na de lunch ging Zaida zich transformeren als piraat. Vanmiddag vonden er namelijk verschillende soorten waterspellen plaats in Sant Hilari. Mudfootball, slip and slide, zaklopen en dat soort onbenulligheden. De teams hadden ieder hun eigen thema. De jongemannen waren als wijf met Hawaiirokje. Je had de dames verkleed als voetballer, de boeren verkleed als cowboys en de piraten. Dolle boel dus. Zeker omdat er een brandweerkraan was geïnstalleerd op het plein en niemand snapte hoe zo'n ding nu op juiste manier open en dicht ging. Dit resulteerde keer op keer op een flamboyante straal water die neerdaalde op de nietsvermoedende bezoekers in hun zondagskleren.


Ik was helaas met hele andere dingen bezig als waterpret en andere ongein. M'n bankpas was inmiddels twee maal gedeblokkeert, wat me zes! extra pogingen gaf om de juiste pincode te raden. Vol ongeloof had ik na zes keer proberen nog steeds geen geld. Het is onmogelijk te verklaren waarom ik na zes jaar dezelfde pincode te hebben gebruikt, hem niet meer wist. Na al die duizenden keren met mijn vingers moeiteloos de juiste pincode te hebben gevonden, maar nu in Spanje ineens niet meer. Ik was aangedaan. Ik geloofde niet meer in mezelf, ik was bang en onzeker. Wie vergeet nou in godsnaam z'n pincode? Een deuk in het zelfvertrouwen. Vandaag ging ik zonder geld op pad. Van eten en drinken was ik totaal afhankelijk van de mensen om me heen.

Opa Wim was vandaag jarig, dus ik pleegde een telefoontje naar het thuisfront. Ten tijde van het telefoontje bevond ik me op een plein waar de vergaande glorie in boerenkiel aan het klaverjassen was. Opa hoort heel slecht dat wist ik, maar hij verstond er echt geen bal van wat ik zei aan de telefoon. Zelfs niet toen alle oudjes op het plein verontwaardigd om zich heen keken, wie er zo stond te schreeuwen op het plein.
Ik hoop dat opa me een beetje heeft verstaan. Voor de zekerheid stuurde ik nog een kaartje.

Alles plakte, het was drukkend warm. Ik klapte in m'n handjes toen er een douche werd aangeboden. De douche in Sant Hilari gaat de geschiedenisboeken in als koudste sinds jaren.
Dinner stond op de planning. In een soort van jeugdhuis kwamen alle groepen van de dorpsbevolking bij elkaar om zich schrap te zetten voor het eetfestijn. Godfather Charles (hij was de oudste en rookte Winston sigaretten), ouders met kinderen, boer Johnny, metselaar Joye en nog dertig andere. Iedereen (behalve ik) legde een tientje in en er werd eten gehaald. Al snel verschenen er varkenspoten, broden van een meter lang, tomaten, complete kippen, olijven in alle soorten en maten, een kaas, meters worst, wodka, wijn en bier.



Ik vergeet bijna Frank te vermelden. Frank is de Catalaanse variant van New Kids, dan een oude versie. Hij bezit en flinke mat en een bierpens waar je u tegen zegt. Was ik eerst nogal stoicijns in zijn aanwezigheid, het leek net alsof hij iets tegen buitenlanders had. Totdat hij me naar de bar dirigeerde. Het is moeilijk 'nee' te zeggen ook al vertrouwde ik de zaak niet helemaal. Frank en ik namen plaats in de lokale bar. Hij bestelde twee speciale witte wijn en voor mij nog een bordje garnalen. Die zag ik niet aankomen van Frank. Het vreemde was dat hij geen engels sprak en daarom maar spaans tegen me sprak in de hoop dat ik dit wel kon begrijpen Terwijl de beste man met iedere andere ziel uit Sant Hilari het Catalaanse dialect spreekt. Na dit apperitief konden Frank en ik zo aanschuiven voor het feestmaal in het jeugdcentrum. Ik leerde een Catalaanse traditie waarbij een snee brood wordt ingesmeerd met een speciaal soort tomaat. On top of that, enkele druppeltjes olijfolie en wat zout. Als beleg kon men kiezen uit verschillende soorten plakjes vlees en kaas. Tradities waar ik van houd. Het vlees van de varkenspoot is taai. Zo taai dat het je minstens twintig keer moet kauwen wil je een soort kauwgom bal creeren die doorslikbaar is. De Catalanen eten langzaam en ze praten veel. Heel veel. het eetfestijn en alles eromheen duurde van 20:00 tot 01:00.
Ook heb ik kennisgemaakt met de typische Catalaanse anijs drank waarvan ik de naam lang en breed vergeten ben. men koopt alcohol in de winkel, gooit er allerlei soorten kruiden en specerijen doorheen. Daarna schut men het geheel eens even lekker doorelkaar. Veertig dagen ligt de distileerfles in een donker kamer. Na die veertig dagen (geen dag korter of langer!) even zeven, dopje eraf en swingen maar.
Elk moment denk je dat het niet beter kan, komt er weer een drankje, koude koffie, wijntje, olijfje of een nieuw soort koekje voorbij.
Het viel me al op de Catalanen erg waren gesteld op hun onafhankelijkheid. In de dorpjes die ik passeerde hing veelal de Catalaanse vlag. Che Guevara is nooit ver weg in Catalonie. Het jeugdcentrum hing vol met Catalaanse vrijheids attributen zoals landkaarten, pamfletten en er lag een Catalaans woordenboek.
Ik kreeg van Joye een t-shirt met daarop iets als 'free Catalonie'. Een strijders t-shirt tegen de Spaanse bezetter. Heel genereus natuurlijk en als dank trok ik het t-shirt direct aan.
Het was inmiddels tijd om naar Brams te gaan. Een Catalaanse band die hoe kan het ook anders, liedjes speelt over de onafhankelijkheid van Catalonie. Dit keer gingen we in een robuuste 4x4 terreinwagen. Ook dit keer met een aangeschoten chauffeur achter het stuur. We kwamen de politie controle tegen, dus we besloten een omweg te nemen.
Mijn gastvrouw Zaida was moe en ging tukken. De remmen gingen los, vooral bij Peter. Geen moment stond ik alleen. Continu waren er mensen die met me wilde praten. Ik ontmoette Pau die met z'n vriendin, (hij noemde z'n vriendin 'wife') naar Sant Hilari was afgereisd om de band Brams te zien. Een schreeuwlelijk maar dan een goede. Hij boodt me een lift en dinner aan met z'n familie de volgende dag, 200 kilometer zuidwaarts. Ondertussen bleef hij Mojito's voor me halen. Hij had een eigen tweedehands zaak ergens aan de kust in zuid Catalonie. Is het niet valsspelen als je een lift zou nemen met de auto? Morgen zou ik Pau bellen en besluiten of ik mee ga.


Deze avond zou een late worden. Tot zes uur in de morgen was er live muziek. Alleen van vier tot zes was er een verschrikkelijk slechte dj die zoals ze dat hier noemen techno draaide, maar een slap aftreksel is van jaren negentig pop disco. Toch was het leuk voor even.
Peter waarbij alle remmen waren losgegaan, was compleet dronken. In de categorie waar je met de grootst mogelijke moeite in evenwicht blijft. Stilstaan is geen optie want dan donder je om. Of net niet. Dan is het een dronkenmansdans. En zoiets deed Peter.
Een opmerking, we moesten  nog naar huis. Niet te voet wat al een probleem zou zijn, niet met de fiets wat gezien de situatie niet ongevaarlijk zou zijn, maar met de auto. Met de witte caddy, waar de koelbox met wodka ons de hele avond van plezier had voorzien. Met de auto dat tyfes eind omlaag naar de terra. Over bulten, boomstronken, onmogelijke keien en haarspeldbochten. Die weg moesten we nog eventjes omlaag om het veilige bed te bereiken. Ik twijfelde over de capaciteiten van m'n chauffeur. Mijn twijfel werd gevoedt door het feit dat we opweg naar de parkeerplaats enkele malen halt moesten houden omdat het evenwichtsorgaan dusdanig van slag was dat het zwalkende lichaam moest rusten tegen een paal, hek of fietser. Toen we eenmaal in de auto zaten en ons door een doolhof van chaotisch geparkeerde auto's hadden gebaand ging het snel. Als een volleerd rally racer sjeesden we naar huis. Peter kon blijkbaar beter dronken autorijden dan dronken zijn. Een openbaring als je het mij vraagt.

Sant Hilari!!

Dag 21: Donderdag 29 Augustus

Zoals reeds ingecalculeerd begon de dag ellendig omdat het onmogelijk is gebleken zonder snelweg de Franse kust af te fietsen. Er waren enkel fietspaden van vier tot maximaal tien kilometer die circuleren in rondjes, hier zijn gewoon geen doorgaande wegen. Elke weg loopt dood in een doolhof van cement zonder ook maar enige vorm van logica.
Uiteindelijk vond ik een doodstille weg, de bergen in. Er liepen zelfs kippen op de weg.
De weg die zou lijden naar mijn eigen bedevaartsoort, Sant Hilari Scalam. Er hing hier een sfeer van euforie en spanning in de lucht. Op een van de vele onvindbare borden in Spaanse dorpen met een kaart van de omgeving stond dat er negen kilometer verderop een camping was. Aangezien ik zin had in een goedkope camping met douche en rust, was het plan om vlug boodschappen te doen en verder te fietsen naar de camping. Echter was de plaatselijke jeugd grote hoeveelheden alcohol houdende limonade uit de schappen aan het grissen. En dat trekt mijn aandacht.
Er was hier iets aan de hand. Ik sprak wat jeugd aan om te achterhalen wat ze nu precies van plan waren met die drank.
Blijkt er een vierdaags festival van start te gaan, vandaag! Te beginnen met het verdrijven van de duivel of een ander soort geest. Wat zoiets betekend als grote mensen vuurwerk. Talloze winkeliers waren druk in de weer hun etalage ruiten te redden van de diggelen. Door er een kartonnen doos tegen te plakken. Vuurwerk en festivals zijn leuk, ik was nieuwsgierig. Graag zou ik dit festival willen bezoeken mits ik een slaapplaats kon regelen. Voor de kerk op het plein waren wat mensen voorbereidingen aan het treffen.
Misschien wisten zij wel iets. Gelukkig was er een dame die goed engels sprak en me wilde helpen.
Na enig overleg kwam ze tot de conclusie dat ik het beste m'n tent op kon zetten bij 'Font el Pic'. Een park en speeltuin vlakbij een hotel en bejaardentehuis.
Font betekend fontein of bronwater wat via een pijp rechtstreeks uit de berg stroomt. Kraakhelder drinkwater, ook te gebruiken als douche. Witte korrels zout hadden bezit genomen van mijn lichaam. Het was een koude douche, maar verfrissend. Ik ging naar het dorp.
Ik had een probleem. Een ontzettend groot probleem, want mijn pincode deed het niet. Ik had mijn code per ongeluk eenmaal verkeerd ingetoetst. De tweede keer deed ie 't niet meer. Ik dacht gek te worden. Ik kan mijn pincode toch niet vergeten in fucking Spanje?
Je pincode is zoiets als je naam, je vergeet je naam toch ook niet?
Van mijn laatste geld kocht ik bier en sigaretten. Ik had ineens, na twee weken zonder, een behoorlijk grote behoefte aan een sigaret. Daarna ging ik mijn lege mobiel halen en proberen ergens op te laden. Een cafe is daar uiteraard ideaal voor. Gelukkig was er een dame in het cafe die me wilde helpen. Zij sprak een beetje Engels.  De ernst van de situatie werd waarschijnlijk onderschat, want na 10 minuten zat mijn mobiel in het stopcontact en zat ik vrolijk op het terras aan de tapas, pittige gehaktballetjes in tomatensaus. Vervolgens kreeg ik een glas wijn aangeboden en werd ik gedirigeert aan tafel te gaan zitten. Hier werd mij een pizza aangeboden. Ik probeerde duidelijk te maken dat ik geen rode cent had. Dit was echter geen enkel probleem.

Het is inmiddels elf uur en de Rabobank was onbereikbaar. Ik besloot morgen mijn zoektocht naar geld te hervatten. Vanavond wilde ik bier drinken en vuurwerk zien.


Ik was met een clubje vriendinnen. Hannah een gezette verpleegster die op dieet was. Zaida, duidelijk de aanvoerster van het gezelschap en een meisje die op Vanessa Carlton leek. Ik noemde haar dus Vanessa voor het gemak. We gingen naar het dorp op het plein. Daar waren de festiviteiten.


Er werd een theaterstuk opgevoerd waarbij vuurwerk de hoofdrol had. Allerlei ijzeren constructies in de vorm van insecten met daarop rotjes, mega sterrenpitser en dergelijke gemonteerd. Allen met een lange lont zodat het eenvoudig kon worden aangestoken. Ik ben met ons oudjaarsdag wel wat gewend wat betreft vuurwerk, dit was anders.
Na het vuurwerk was er een concert. Een onnoemenswaardig muzikaal debacle. Denk aan Ernst, Bobbie en de Rest in het Spaans met een Aziatische rapper als blikvanger.
Hannah vroeg of ik zin had in een potje metal. Enof ik daar zin in had.
Samen met een maat van Hannah gingen we naar het festival eventjes buiten het dorp. Hannah kan slecht engels spreken en praat eerst in het Catalaans om dat hardop te vertalen in het Engels. Ze doet net alsof ik een mongool ben. Zo langzaam en met klemtoon probeert ze te communiceren.
We gingen dus in een witte afgeragde caddy naar het festival. Ik achterin, de chauffeur (ik ben z'n naam vergeten) duidelijk onder invloed, maar met goede zin reedt ons erheen.
Op de parkeerplaats stond de politie, drie man sterk, een oogje in het zeil te houden. Ze keken uit op het festival terrein vanaf een verhoging. Iedereen was met de auto en had gedronken, wat volgens mij geen enkel probleem was voor de politie. Het leek wel de normaalste zaak van de wereld dat iedereen hier met een slok op achter het stuur zit.
De metalband is eigenlijk niet het vermelden waard. Ik doe het toch even kort en bondig.
Ten eerste speelden de band covers van Kreator. Ze deden in ieder geval een poging tot.
Te beginnen met de drummer die z'n eerste optreden ooit had. Hij mepte volledig uit de maat om het volgende nummer tot twee keer toe, verkeerd af te tikken. Dan de bassist die regelrecht uit de college banken was getrokken om zich over te geven aan de metal. Dat had ie beter niet kunnen doen.
De gitarist was typisch metal. Z'n outfit klopte tenminste. Zo droeg hij een lederen broek, zwarte kisten en een zwart t-shirt met onleesbare tekst. Hij had lang sluik, donzig haar en een vies sikje. Z'n gezicht stond op onweer en hij headbangde. So far so good zou je denken. Waren het niet dat hij twee keer z'n versterker op non actief duwde. Ineens kreeg hij het idee om zoals alle metal grootheden, z'n gitaar te vernielen. Althans dat was niet de bedoeling. Zoals je weleens ziet op fail compilaties, waarbij de gitaar over de schouder wordt gegooid in de hoop dat deze onder je oksel terugkomt. Dat is natuurlijk kei stoer, tenzij het lukt. Ook dit geval was gedoemt te mislukken. De gitaar trof met een harde klap de grond.
Dit metal geheel werd aangevoerd door een meisje wat eigenlijk niets vrouwelijks had. Op het eerste gezicht had ze meer iets weg van een varken. Een reincarnatie van Snowy uit George Orwells bestseller 'Animal Farm'. Als vrouw of dergelijke hoor je te kunnen grunten in de metalscene. Vol overgave probeerde ze zich eraan toe te geven. Helaas als geheel objectieve toeschouwer kon ik er niet anders van maken dan dat er een massief, roze vetgemest varken levend en met uitpuilende ogen aan het spit werd geregen.
Zo kan de muziek van dit viertal het beste omschreven worden.
Onder het toeziend oog van oom agent rookte de chauffeur en ik maar een jointje.
De volgende band beloofde meer goeds. Een stel pubers in korte blauwe en zwarte trainingbroeken, een hemd en sommige met pet. Een hardcore bandje, zou je denken. Totdat de eerste noten het publiek in werden gesmeten. Loeiharde metal, zuiver en strak uitgevoerd. Een verademing te noemen. De zanger had veel weg van Dave Navarro, met zwarte tunnels, veel piercings in gezicht en oren, half lang zwart haar aan de linkerkant weggeschoren. Ook de mimiek van d'n Dave waren een op een kopieert.
Waar ik me mateloos aan ergerde was Mark, de toetsenist. Met reperteren zal hij wel niet op komen zijn dagen. Hij had namelijk nauwelijks partijen te spelen. Wat hem de kans gaf rare capriolen uit te halen. Ergens weggestopt in een hoekje voerde hij 1 uur lang de Haka-dans van de Maori's uit. Wijdtbeens met blote bast. Opeens sprinte hij van het podium om de vriendjes en vriendinnetjes vooraan in het publiek nog eens flink op te jutten. Mark probeerde 'wall of death' te maken alleen waren er niet genoeg aanmeldingen om ook daadwerkelijk een muur te vormen. Verdwaasd bleven de meeste vriendjes, vriendinnetjes en een verdwaalde jonge in een octopussenpak in het midden staan.
Mij werd duidelijk dat ik vanavond in een bed zou slapen.
Je weet wel, zo'n horizontaal ding met een deken. Vol smart zou ik ernaar toe leven om op dat ding neer te ploffen en een royaal schoonheidsslaapje tot me te nemen. Helaas was het nog lang niet zover. Ik had ook m'n allerlaatste geld uitgegven. Aan bier welteverstaan. In eerste opzicht misschien niet de beste optie, maar voor dit moment leek het me de meest nuttige optie.
Meer en meer lokale figuren kwamen zich aan mij voorstellen. Het gerucht dat er een fietser uit Nederland per ongeluk in dit dorp was blijven steken, verspreidde zich als een lopend vuurje. En niet iedereen kwam een hand geven. De meerderheid gaf me ook iets te drinken. Varierend van wodka tot bier en aqui de valencia tot sangria.
Het festival vond plaats op het lokale sportterrein waar iedere sport haar eigen drankstation had. De basketballers hadden een eigen tap net zoals de rugbyers, tennissers en voetballers. Wij haalden onze drank uit de auto waar een koelbox tot de nok was gevuld met ijsklontjes. Onderin de koelbox lagen als in een schatkist vol muntstukken de heilige graal en het amulet, in de vorm van een fles wodka en Sweppers aanleng limonade. Zelfs aan stukjes komkommer en citroen was gedacht.
Degene die tijdens het uurtje metal vast genageld aan de grond stonden, zwierden nu losjes in de heupen over de kiezels van het festivalterrein. Het was tijd voor de Rumba. Een typische Catalaanse dans.


Als een ware Catalaan mengde ik mij in dit dansfestijn. de vriendjes en vriendinnetjes die zojuist nog vol overgave de moshpit bezette, waren omgetoverd tot brave jongens en meisjes, hand in hand dansend als flamingo's tijdens hun paringsdans.
Het nieuws van de fietser uit nederland had de bar bereikt, wat zoiets betekende als nog meer gratis drank. De eigenaar van de lokale bar boodt me aan morgen samen een bakkie koffie te doen. Iets wat me als muziek in de oren klonk. Eerst moest er nog de pan uit geswingt worden met de Rumba.
Na de rumbaband was er nog iets van een dj, waar mij niets van is bijgebleven. Ik was dronken.
Er werd besloten dat ik eerst mee zou rijden met de auto naar Font el Pic, waar m'n tentje stond gestationeerd. Vervolgens moest ik in aller ijl mijn tentje en andere benodigdheden in het pikkendonker in m'n tas proppen. De spulletjes werden in de auto gegooit en het plan was dat ik achter de auto zou fietsen, opweg naar het huis van mijn gasten.
Opzich geen probleem alleen gezien de omstandigheden niet ideaal. We bevonden ons immers nogal dronken in de bergen. De een op de fiets, de ander in de auto. Toch vond ik het een prima plan. Eenmaal bij font el pic heb ik in recordtemp m'n spulletjes gepakt en in de caddy gesmeten. Ik sprong op de fiets.
De caddy reedt nogal snel. Met de moed der wanhoop scheurde ik op m'n fietsje door Sant Hilari. Mij was echter niet verteld dat Peter en Zaide (mijn gastheer en dame), midden in de bossen in de bergen wonen, in een zogenaamde 'terra'. De caddy, met al m'n bezittingen verdween enkele keren uit het zicht. Na vier kilometer stopte de rode achterlichtjes van de caddy. Het raampje van de caddy werd opengeschroefd en er werd iets gezegd van 'be carefull, jules, now we are going down!". Onderweg naar Spanje ben ik vaker afgedaald. Vergelen met nu waren er drie verschillen. 1 ik zag niets, het was stikdonker en de rode lichtjes van de caddy waren verdwenen, het bos in. 2 ik was zoals vermeld niet nuchter. 3 dit was mountainbike terrein, niet voor plezierfietsers.
Deze drie verschillen resulteerde in een triomfantelijke duidelijk op het grindpad op weg naar de terra. Helaas net iets te vroeg neergeplofd. Gelukkig was Zaida zo alert mijn koplampje te volgen en nadat ze die niet meer zag, besloot maar eens te gaan kijken. Daar lag Jules, verdwaald en verdwaasd op de grond. Nog een kilometer omlaag en dan had ik een bed werd me verteld. Op haar blauwe ogen geloofde ik het en met dichtgeknepen remmen, sukkelde ik verder omlaag. Ik ben nog nooit zo blij geweest een huis te zien. Man wat was ik bang. Binnen vijf minuten lag ik in m'n nest en kon ik eindelijk slapen.


dinsdag 12 november 2013

Flaporen

Dag 20: Woensdag 28 Augustus

Halleee dag 20 alweer. Stiekem had ik het mooiste slaapplekje van Catalonie uitgezocht. Aan de ene kant zeg je de Pyreneen en aan de andere kant de Middellandse zee met Golf de Roses. Als soort van intermediar stond ik daar in m'n hooischuur tussen die twee grootmachten. De zonsopkomst was adembenemend. Kijk maar:


Met pijn en moeite sprong ik mijn fietsje op. Mijn billen deden onderhand behoorlijk zeer. Het was pas woensdagmorgen. Ik ging opzoek naar een bakker in Spanje. In de dorpjes die ik passeerde leek alles wel gesloten. Ik kon geen enkele bakker of winkel vinden. In het derde of vierde dorp vroeg ik een meisje om hulp. Ze sprak uitstekend Engels en was opweg naar de trein om autolessen te nemen in de stad, eventjes verderop. Op een haar na mistte ze de trein, waardoor ze tijd had om met mij naar de bakker te gaan. Na een wandeling van tien minuten kwamen we weer op precies dezelfde plaats als waar ik het dorp binnenfietste. Er bleek een topbakker om de hoek te zitten. Gesloten deuren, gordijnen voor het raam, maar wel open! heel vreemd. Alsof ze geen toeristen willen, locals only. Op verzoek van de jonge dame kocht ik het lokaal beroemde brood, wat meer leek op een pizzabodem. Het smaakte fantastisch.
Door de Benjaminse route van de twee Belgische dames over te pennen was ik perfect afgezet in Spanje. Maar wat nu? Ik kon naar Barcelona, zelfs naar Sevilla, naar Andalusie, of weer naar de Middellandse zee, of naar het binnenland, richting Madrid.
In ieder dorp, of bij nader inzien minstens een aantal, is een overzichtsbord te vinden, met de omgeving en omringende dorpjes erop. Ik dacht deze borden in alle dorpjes wel te kunnen vinden. Helaas ten spijt, nadat ik twee dorpjes volledig had afgestruind naar bordjes, zakte de spreekwoordelijke moed in de schoenen.
Ik fietste over de grote drukke wegen die tenminste op mijn kaart stonden. Op een zo'n weg, sjeesde een wielrenner voorbij, hij fietste achter een scooter aan. Het is inderdaad Vuelta-tijd. Achter op z'n rug kon ik Belkin lezen, en hij had flaporen. Ofja van die flappers, misschien dus toch onze Bauke Mollema op trainingmissie. Wie weet.
Ik kreeg een tip om naar Bagur te fietsen. Een man was met z'n kind en bijbehorende kinderwagen aan het races, rondom een fontein. Hij zag eruit als zo'n hippie, met gigantische oorbellen, flodder kleren en sandalen. In Bagur waren volgens hem weinig toeristen, een wit strand, blauwe zee en een relaxte, gemoedelijke sfeer omgeven door strandtentjes. Ik geloofde hem op z'n bruine ogen en opgetogen fietste ik opnieuw richting de kust.
Bagur bleek een plaats te zijn in een golf in een baai. Men moest godsvergeten steil afdalen om het strand te kunnen zien. Ik ben uit nieuwsgierigheid naar beneden afgedaalt, waar een lange perfecte geparkeerde file cabrio auto's me tegemoet zwaaide. Een naar gevoel overrompelde mij. Was ik godverdomme 20 kilometer naar de kust gefietst om tussen de dikke ingesmeerde Duitsers op een strand van slechts een paar vierkante meter te gaan liggen. Ja dus!


Ik was in jetset spanje belandt. De golf was prachtig met inderdaad een wit strand met een blauwe zee. Omringt door een gloednieuwe boulevard en villa's in groen, rood en hagelwit, ieder huis met een eigen zwembad en panaromaview ramen. Saabrijders, vetkuiven en RayBan zonnebrillen hadden hier de overhand. De verwende en vervelende kinderen rennen de trappen af naar zee, de trap die ongetwijfeld leidt naar een luxueuze villa.
Ik sliep, languit in de volle zon, zoals hagedissen dat doen. Naast twee jongetjes die een zandkasteel aan het bouwen waren, nam ik zand in mijn handen en keek hoe het door mijn vingers wegliep. Ik verzamelde schelpen en zo ging de dag voorbij.
Ik moest terug. De berg op. Recht omhoog. Ik liep.
Het was een verschrikkelijk zware dag. De zwaarste tot nu toe. Alleen maar teleurstellingen. Ik beloofde mezelf niet meer naar de kust te fietsen, totdat ik de Atlantische kust zou zien. Ik besloot landinwaarts te fietsen, de bergen in, weg van de drukte, dikke duitsers, associale engelse, beschamende nederlanders en liegende spanjaarden.
In Spaanse horeca en in supermarkten wordt trouwens goede muziek gedraaid. Ik noem een Blondie, Simon en Garfunkel, Jamiroquai, Nirvana, Nick Cave, Arctic Monkeys, Caro Emerald en Joy Division.
Onderweg naar het binnenland kreeg ik een inzinking. Ik zag het ff echt niet meer zitten. Ik kon geen enkele fietsbare weg vinden, behalve de snelweg waar uitdrukkelijk op stond aangegeven dat deze niet bedoelt was voor fietsers Ik haat de Costa Brava. Het is kut, kut en nog een kut. Langs de snelweg! vond ik een camping. Zonder een blik te werpen op de prijslijst checkte ik in en plante mijn tent neer op de harde grond bedekt met dennennaalden en sprong in het zwembad waar ik waarschijnlijk net twee tientjes voor moest neertellen. Ik was tenminste eventjes van de snelweg. Morgen zouden we wel weer verder zien wat de weg mij te bieden heeft


vrijdag 8 november 2013

SPANJE!


Dag 19: Dinsdag 29 Augustus

Afgelopen nacht is mijn groene eenmaster tent geënterd door een troep uit de kluiten gewassen franse mieren. Zwart en van middelgroot formaat. Dapper als ze waren hadden ze al mijn bezittingen ingepikt. Althans ze hadden zich er verschanst. Als krakers in een kraakpand. Mijn koffiemok was de favoriete plaats onder de piraatmieren. Eentje was helemaal dapper om in mijn oor te kruipen.
Mijn nachtrust leed onder de kleine kruipers. Ik was moe deze ochtend. Een slappe hap te noemen. Toch heiste ik mezelf opnieuw in het zadel en op een licht verzetje zette ik koers richting de almachtige Pyreneen. Ik zag ertegen op vandaag te fietsen, ik had geen zin. Dit resulteerde in vele stops en veel eten. Ondanks een valse start wist ik een kaart van Spanje te bemachtigen. Lang niet alle wegen staan op de kaart aangegeven, maar dat had mijn minimap van Frankrijk ook niet. 

Om twaalf uur ging ik eventjes tukken op een grasveldje, ik was geloof ik halverwege de Pyreneeen. Daarna hervatte ik de klim. Het was steil, heel steil. Ik kieperde zowat achterover. Mijn voorwiel hupte bij elke trap eventjes over het barslechte franse wegdek. Het wegdek ging over in opnieuw grind en stenen. Dit kan toch niet de weg naar Spanje zijn, dacht ik nog. Op de top was het vlak en er was bos. Ineens verscheen er weer een weg, asfalt. Een brede tweebaans weg met witte strepen en zo gladgestreken zoals wij dat in Nederland gewend zijn. 
Ik was in Spanje. Fucking SPANJE




Het was heerlijk fietsen met uitzicht op de Middellandse zee en de gevaarlijke Pyreneen in de rug. Vandaag kon ik toch nog heel wat kilometers maken, ondanks mijn vermoeidheid. De route van de twee Belgische dames oftewel Paul Benjaminse is een handige route. Ik trakteerde mezelf op een biertje en prooste op de overwinning. Het bier koste slechts 1,50 en werd in een frisglas getapt. Bejaarde spanjaarden legde een kaartje in het met TL-verlichting gehulde cafe. De winkels zijn verstopt in de smalle straatjes en de Catalaanse vlag hangt aan elk bakon. Ik vond een slaapplaats temidden van een zonnebloemveld, in een overdekte hooischuur, zonder wanden. De wolken zagen duister, grauw en dreigend. Het maakte niet uit want vanavond sliep ik droog. In het hooi. 







donderdag 7 november 2013

Benjaminse

Dag 18: Maandag 26 Augustus

In rap tempo propte ik mijn tentje en dergelijke in bijbehorende etuis. Ik sprong nog eventjes snel onder de douche, waste mijn haren, kamde de bos uit. Wat een zooi was dat zeg. De kam verliest onderhand steeds meer tanden en is blijkbaar niet opgewassen tegen mijn inmiddels blonde coupe. In de supermarkt haalde ik ontbijt en spiekte even in de wegenkaart van de pyreneen, voor een route. Ik pende de route over om te voorkomen dat ik me zoek fietste in de Pyreneen. Eenmaal weer op de weg wilde ik een fietspad volgen. Ik kwam op een oudijzerstortplaats terrecht, waar het fietspad doodleuk ophield. Alweer!! Al lopend over zandpaden, rotsen, stenen en stof sleepte ik mijn fiets door de wijnvelden van Zuid-Frankrijk. Ik vroeg de plaatselijke wijnboer naar de juiste richting.



Na dik drie uur lopen en stukjes fietsen kreeg ik twee andere fietsers in het vizier. Het bleken de twee dames te zijn, die ook op de camping in Capestang stonden. Twee vrolijke belgische dames, Charlotte en (naam kwijt) beide werkzaam in de zorg, hadden een jaar 'afgenomen' om 'leuke' dingen te doen. Ze waren negen maanden naar Australie geweest, rondgetrokken, niets gedaan en gewerkt in de fruitteelt. Ze zijn iets eerder terug gekomen omdat ze ook nog wilde gaan fietsen. Inmiddels waren ze vier weken onderweg, ze fietsen 'eel' rustig aan, allee haast doet u geen goe he.
Zodoende fietste ze via de Paul Benjaminse gids richting Barcelona. Een ontzettend handige gids met uitgebreidde routebeschrijving, historische achtergronden, campings, makkelijke route, moeilijke route, stijgingspercentage, touristtrekpleister, enzovoorts.
Je weet precies wat je kan verwachten, maakt het er niet spannender op. Toch pende ik de route over tot ver in Spanje. Ik wil meters maken maar heb geen kaart van Spanje. Ik hoop morgen de grens te passeren en dan een kaart te kunnen scoren.
Ik lunchte met de dames. Ze waren ook nog naar Nepal geweest en Charlotte spreekt Portugees. Eind September beginnen ze weer met werken. Ik fietste na de lunch nog een half uurtje mee, en ging toen weer op eigen tempo verder.

De route van de dames was gemakkelijk te fietsen, van dorp tot dorp, over smalle, rustige binnenwegen. Mooi honderd kilometer gemaakt.
Vanmorgen op de camping kwam ik erachter dat ik een dikke enkel/achillespees had. Doet behoorlijk zeer met fietsen. Ik vrees een ontsteking. Niet aan denken, gewoon trappen en hopen dat het over gaat. Had er vandaag veel last van.
Ik zette mijn tent midden in een veld, langs de weg. Veel nectarines teelt hier. Geen goeie stek, maar ach ik ga toch zo pitten. Doeiiii

woensdag 6 november 2013

Rugby

Dag 17: Zondag 25 Augustus

Rustdag. Vandaag dit ik waarlijk uitgebalanceerd niets! Een moeilijke kunst want de verveling ligt op de loer. Ik moest een kaart hebben van Spanje, maar nergens in Frankrijk was deze verkrijgbaar, ook niet in Capestang. Bij de plaatselijke kerk was een trouwerij van een rugby-speler en z'n aanstaande echtgenote. Het hele dorp was uitgerukt om rijst de gooien op het kersverse stel. De teamgenoten van de rugby-speler vormde een erenhaag. In Zuid-Frankrijk is rugby populair. Er zijn meer rugby sportvelden dan voetbalvelden. Ik fietste zo wat rond in Capestang en las uit m'n boek Gustave Flaubert, Langs de La Loire. Op de camping was inmiddels een Engels stel gearriveerd. De man had een verweerd gezicht en de haren stijf in de lucht, ik geloof dat ze de hele dag wind in hebben gefietst. Ze waren beide achter in de 60. De man was een ervaren fietser, hij had reeds door heel Europa gefietst. Nu waren ze vanuit hun thuis in Cornwall naar de Middellandse zee aan het fietsen en terug. Ze sliepen in twee aparte tentjes. Op een dun matje. Een diepe buiging voor dit verliefde stel!


dinsdag 5 november 2013

Pizza

Dag 16: Zaterdag 24 Augustus

De vliegen hebben streepjes en worden steeds brutaler. Ik vraag me af hoe koeien het in de hitte met deze kleine rakkers uithouden. Zeker gezien het feit koeien geen handen hebben deze vliegende terroristen te vermorzelen. Het enige wat de koeien kunnen is herhaaldelijk met hun staart slaan zodat de vlieg een centimeter opschuift.
Ik twijfelde of ik m'n rustdag niet in de caravan zou doorbrengen, wat uitzonderlijk comfortabel zou zijn, ware het niet wellicht betrapt te zullen worden door een uit de kluite gewassen zigeuner met een zwarte snor. Ik koos voor de weg.
Na een half uur kwam de beloning tevoorschijn. Zonsopgang aan de Middellandse zee.  Met een vroege vogel pootje badend in het brakke rimpelloze water. De zee als een fatamorgana van rust, tevreden klotsend op het kiezelstrand.
Fransen vakantiegangers pleuren overal waar mogelijk en enigzins de moeite waard is, hun camper neer om er, hoe kan het ook anders te kamperen. Zo ook aan het strand. Enkele kampeerders hadden besloten een ochtendduik te nemen in de spiegel gladde zee. Een flipper van de badgast toucheert de horizon. Waarschijnlijk is hij op zoek naar ontbijt. Vers uit de zee, zoals iedereen weleens zou willen ontbijten. Op de kiezels ongeveer twintig meter van de plaats die ik gebombardeerd had als mijn eigen ontbijtstek, lag een pikzwarte man te tukken. Hij lag vredig in z'n zwarte t-shirt met zilveren glitterletters (Gerard Joling shirt), Dolce Gabbana zonnebril en kapotte witte spijkerbroek diep weggedompelt te slapen. Ineens stond de man op en liep weg. Bam, wakker, opstaan, weg, links op, lopen. Geen moment van aarzeling of (des)orientatie. Alsof hij hier elke nacht sliep.





Het volgende stukje gaat over de kust.
De kust is mooi en lekker warm. Misschien daarom dat er zo ontiegelijk veel mensen opaf komen. De overgrootte meerderheid is vijftig plus. Waarschijnlijk hebben ze hun hele leven gewerkt om dit doel, 'van je pensioen genieten', te bereiken. Hutje mutje genietend van hun oude dag. Opeengepakt als legbatterij kippen. Het is triest om te zien hoe al die mensen zo dicht op elkaar wonen, maar toch zo opzichzelf gericht zijn. Je eigen hachje redden. Dat geldt hier aan de onvriendelijk kust.
De weg was recht en de kust was krom. De weg is doodlopende en Jules keert maar weer om. Het duurde vier uur om 30 tot 40 kilometer af te leggen. De ene tegenvaller na de andere. Vele malen raakte ik compleet verdwaald in de nederzettingen van huizen en villa's.
Van ellende ben ik bramen gaan plukken met een vrouw van ik schat zo'n 60 jaar. De vrouw droeg een blauwe hoofddoek en zwarte rok met sandalen. Ze had een plastic bakje waar ze de geplukte bramen in verzamelde. Ik mocht ook plukken. Ik werd geadviseerd om de bramen te plukken die onder het struikgewas groeien. Deze zijn langzaam en zorgvuldig gerijpt in de schaduw en hebben daardooor een hoger suikergehalte wat zorg voor een zoete smaakexplosie in de mond. Het probleem is dat bramen groeien aan prikstruiken en de greppel in Frankrijk vaak ee hoek heeft van boven de 45 graden. Een zachte berm kennen ze hier niet.

Mijn richtingsgevoel is goed, ik had zonder kompas de Middellandse zee bereikt. Helaas laat het richtingsgevoel mij soms in de steek, of ik laat een steek vallen. In dit geval had ik me met moeite geinstalleerd op een veerpont om naar de overkant van een rivier te raken, bleek ik bij nader inzien al aan de juiste kant van de rivier te zijn.
Uiteindelijk volgde ik een kanaal  waarnaast een zandpad liep, inclusief boomstronken, keien, stof, zand (nogeens het noemen waard), water, stank, boten, grind en zand. Ik fietste achter een Belgisch gezin. Na acht kilometer door het stof bleek ik terug te zijn gefietst naar Agde. Terug waar ik twee uur geleden ook was. Gelukkig vond ik meteen een D-weg die zou leidden naar het binnenland, richting Beziers. In Capestang vond ik een camping die in tegenstelling tot een camping aan de kust geen dertig euro kost maar negen euro per nacht.
Ik ontmoette drie dappere fietsen uit het noorden van Frankrijk. Alice, Christian en Julnazek.


Alice heeft kort haar in kuifmodel, blosjes op haar wangen, fietsbroek en een hempje aan. Ik schat haar zo  midden in de dertig. Ze heeft zeven jaar in China gewerkt als succesvol accountant. Ze kent de Chinese taal (niet alle 5000 tekens), maar een goede 2000 tekens. Na het overlijden van haar vader, maakte ze een rigoureuse veranding. Ze zeggde haar goedbetaalde baan op, gaf de brui aan haar uitstekende carriere, maakte een einde aan haar relatie van 8 jaar en ging weer in Parijs wonen. Ze is nu werkloos en volgt acteerlessen omdat ze dat al van jongs af aan wilde. Haar moeder woont in Zuid-Afrika en was heel enthousiast dat ze ging fietsen. Ze bezit een vlotte babbel in vloeiend Engels.

Christian is de rare snuiter van de groep. Hij heeft een geleefd gezicht en flinke inhammen in zijn korte blonde haar. Hij heeft scheve tanden, een kort afgeknipte spijkerbroek, sandalen en een fleesh shirt aan. Een goede fietsersoutfit te noemen.
Christian is bezig een spel te ontwerpen. Een Frans georienteerd, cultureel kaart/bord spel met de naam 'Sheet it'. Het spel wordt gespeeld met 4 of 5 spelers die elk vragen moeten beantwoorden over Frankrijk en de wereld. Bijvoorbeeld:
- Noem de zes spaceshuttles van NASA?
- Noem de vier voetballers die elk vier gouden schoenen in hun prijzenkast hebben staan?
Christian struint dag en nacht Wikipedia en zulke sites af, opzoek naar informatie, betrouwbare bronnen en antwoorden. Dat is z'n werk. Ook Christian woont in Parijs. Hij is 48 of 38, ik kon het niet goed verstaan. Iedere avond rookt hij een joint. Hij heeft in een ver verleden een half jaar in Quebec, Canada gewerkt als ober.

Juldaznek is geboren en getogen in Oekraine. Twee jaar geleden is hij naar Frankrijk verhuist, z'n vader achterna, in de hoop meer geld te verdienen. In twee jaar tijd heeft hij zich de Franse taal meester gemaakt, door kinderboeken te lezen, televisie te kijken en te praten met vrienden. Juldaznek verdient z'n brood als schaakleraar aan kinderen op de basisschool. In Oekraine zijn jaarlijks op verschillende plaatsen grote rock georienteerde festivals, die hij vaak bezoekt. Het vind plaats midden in de bossen, zonder regels en vergunningen, met een gemoedelijk sfeer. Ik zou er ook maar eens heen moeten zei ie! Hij heeft kort zwart haar, een bleek gezicht en grove kaaklijk. Een bril die half zwart doorschijnend is, maakt het oostblok stereotype meer dan waard. Hij draag een wit T-shirt met tribal, een driekwartbroek met witte gympen eronden.

Deze drie kanjers leerde elkaar kennen via een website om samen te fietsen. Eigenlijk was er een vierde meisje, maar na drie dagen haakte zij af. Ze zijn nu vijf dagen onderweg met stukjes trein en veel kanaal. Met z'n alle aten we pizza in een sjiek restaurant. De portemonnee vond het minder leuk dan ik. Het was immers weekend.
Na het eten gingen Juldaznek en ik vragen beantwoorden die Christian met z'n spel had bedacht. Daarbij draaide Christian een kanon van een joint en stak die triomfantelijk in de fik. Een fakkel te noemen. Ineens wist ik waar hij z'n inspiratie vandaan haalde. Christian kon na een tijdje geen Engels meer spreken, enkel nog lachen. Ik praatte dus met Juldaznek over de festival in Oekraine. Om twaalf uur ging ik tukken, zo stoned als een kanarie.

maandag 4 november 2013

De Zee

Dag 15: Vrijdag 23 Augustus

Vandaag stelde ik als doel Montpellier te bereiken en nog belangrijker, de Middellandse zee te zien. Met slechts 42 km op de wegenkaart, geen onmogelijke opgave. Alhoewel de weg hier moeilijk te volgen is, aangezien er kruisingen zijn zonder enige vorm van informatie. Mijn methode is om de meest brede weg te nemen in de veronderstelling dat dit de doorgaande weg hoort te zijn naar Montpellier. Let wel, we zijn in de woestijn. Waar stoere cowboys een cowboyhoed dragen en wijn verbouwen op uitgestrekte ranches.
Planning is tijdens mijn reis nooit een sterk punt geweest. Of het heeft me nooit geïnteresseerd van tevoren na te denken over de weg die voor me lag. Ik ben op een vrijdagmiddag half 2 vertrokken vanuit Sevenum met het idee om naar het zuiden te rijden, naar Montpellier en de zee. Het plan was niet gedetailleerder dan dat. En ook onderweg heb ik zelden verder vooruit gedacht dan de volgende heuvel, het volgende dorpje of het volgende 'Cafe du Sport'. Het heeft nadelen zo te reizen, want er zijn mooiere, makkelijkere, kortere routes te fietsen mits je met een dik pakket fietskaarten op pad gaat. Het is stom om over de toekomst na te denken, want er gebeurt toch wat er gebeurt. En als je alles van tevoren hebt bedacht, gebeurt het toch anders. En als het precies zo gebeurt als je had bedacht, is het al saai terwijl het gebeurt, omdat je het precies zo al van tevoren had bedacht. En bovendien gebeuren dingen alleen maar als je ze laat gebeuren. Als je plannen maakt, gebeurt er niets, omdat je alleen maar bezig bent met je plannen en niet met wat er gebeurt. Door zo te reizen wordt de reis een reeks momenten in plaats van een reeks frustraties over gefnuikte plannen en ongehaalde doelstellingen. Teleurstellingen zijn er niet, omdat er geen verwachtingen waren. Ik mag hopen dat de reis lang zal mogen duren.
Montpellier lag binnen bereik, met nog 20 kilometer over afschuwelijke snelwegen. Ik vertrouwde op de vaardigheden van de Franse autobestuurders. Ik fietste de drukte, chaos en toestanden van de stad tegemoet inmiddels glijdend over glas en scherven op de 'piste cyclable'. Met de beste bedoelingen aangelegd om het de toerist gemakkelijker te maken. In werkelijkheid een beproeving om je prille fietsbandjes niet te laten lekrijden.
Wat opviel aan Montpellier waren de mooie mensen. Meisjes in korte jurkjes en hoge hakken, mannen met perfect getrimde baarden, opa's met bretels, oma's in de mooiste gewaden, maar ook medicijnmannen, waarzegsters, pilaarheiligen, marskramers, bingokoningen, gangsters, sjeiks en straatmuzikanten, allemaal in een mooie versie verpakt.
Het was middag en ik ging in het park chillen. Aldaar was een groepje jongeren, ik schat zo tussen de 14 en 18, ook aan het chillen. Ik heb het groepje jongeren ongeveer drie uur geobserveerd.
Ten eerste groeten ze elkaar met een zoen, zowel de jongens als de meisjes.
Daarnaast kwamen alle soorten en maten bij elkaar op het speeltuintje in het park. Van nerds tot skaters, hiphoppers, gangsters, hippies en emo's. Iedereen kwam gedag zeggen en een babbeltje maken.
De groep deed me sterk denken aan een groep bavianen zoals te zien is op televisie. Puur op basis van hen gedrag. Het alfamannetje, de leider van de groep, verhevent zich letterlijk boven de groep door hoog op het speeltoestel plaats te nemen. In de kleermakerszit aanschouwt hij hoe andere groepen zich bij 'zijn' groep mengen. Is er iets wat hem irriteert, dan schreeuwt en wijst hij net zolang totdat alles naar zijn zin is. Een treetje lager op het speeltoestel bevinden zich z'n handlangers en het vriendinnetje. Op de grond de rest.
Na deze bezichtiging vroeg ik naar de goedkoopst mogelijke slaapplaats in Montpellier. Deze bedroeg achtentwintig euro in een jeugdhostel. Te veel naar mijn inziens. Dus fietste ik naar de zee.
De zee! De zee! na al die dagen, al die weken, al die donkere bossen en geduldige heuvels, na regen en hitte, na al die eindeloze kilometers dwars door Frankrijk van Avioth in het uiterste noorden via de departementen, regio's, wijnstreken, heuvelruggen, plateau's en rivierdalen zou ik vandaag de zee zien. Het was opwindend te noemen.

Totdat ik daadwerkelijk de zee zag. De zee was prachtig, maar alles eromheen niet. Alles om dit stuk van de middellandse zee is bedacht, nep en bovenal bevolkt. Massa toerisme zoals het ooit is bedoelt. Ik snap niet waarom de mens hier zo massaal op een plek samenkomt om elkaar voor de voeten te lopen en zich mateloos te irriteren aan elk ander. Ik kon geen enkele glimlach waarnemen. Behalve die van een mannelijk figuur met z'n zongebruinde, glinsterende blote bast aan het roer van een omvangrijk motorjacht met de dubieuze naam 'Gentle Giant'. Hij glimlachte als een koning op z'n troon. Het vrouwelijk figuur ligt met haar afgetrainde, slanke lichaam voor op het dek, als soort van reclame-uithangbord. Mensen willen hier gezien worden. Drie oude mannen met minstens de pensiongerechtigde leeftijd speelde een potje voetvolley in het witte strandzand. De bal wordt met gevoel, licht getoucheerd voordat het naar de andere persoon huppelt in de lucht. Vele jaren van ervaring en souplesse schuilen er in de pass. Zouden de mannen elke dag een potje voetvolleyen, net zoals de oude mannen in Sevenum iedere week een potje gaan kaarten?
Ik fietste verder langs de kustlijn, de kustlijn bedekt met kilometers aan eetkraampjes, barretjes, restaurants en andere veroorzakers van het dansende vet op de stranden. De onontkoombare blubber op het strand. Als een olievlek in de golf van Mexico. Blubber hangend over het touwtje van een te strak aangetrokken zwembroek. Blubber verscholen onder een kant stofje van een topje. Blubber samengeknepen in een zwempak, de contouren van een zwaar lichaam goed zichtbaar.
Langzaam liet ik het schouwspel aan me voorbij trekken. Langzaam keerde de rust terug. Ik hoorde zelfs de golven breken op het strand. Totdat de zandweg waar ik op fietste opeens ophield te bestaan. Alsof het had besloten ook maar een plons te nemen in de zee. Zulke momenten zouden de komende dagen steeds vaker voorkomen. Ik had genoeg van de kust en de zee en fietste weer landinwaarts.

Wie weleens in Frankrijk is geweest heeft onherroepelijk eens een avondmarkt bezocht. Zo'n markt waarbij de plaatselijke bevolking al hun rommel probeert te verkopen. Ik kwam er ook zo'n een tegen. Voor mij leek het een geschikte situatie om een slaapplaats te scoren bij mensen thuis. of in ieder geval een bed!
Ik installeerde mezelf op een strategisch punt, midden op de markt bij de 'Boulangerie' die voor deze aangelegenheid was omgetoverd tot pizzahut. De bakker en z'n zoon moesten duidelijk wennen aan hun nieuwe werk als ober getuigen hun gezonde tegenzin veel te moeten lopen en praten met gasten. Ze waren kortaf en hortig in hun doen. De vader stak na elke bestelling een sigaret op om vervolgens de helft te vergeten bij het uitserveren van het eten.
Ik probeerde wat lijntjes uit te gooien zonder succes. De afgelopen twee weken ben ik nul keer aangesproken uit interesse. Het boeit de fransen niet waar je mee bezig bent, als je maar eten bestelt en bier drinkt. Praten met elkaar doen ze graag, praten met een vreemde niet. Helaas voor mij.
Ik probeerde een slaapplaats te regelen bij de shoarma boer, maar ook hier werd ik doorverwezen naar het strand. Het was inmiddels twaalf uur geweest en ik besloot lichtjes op mijn fiets te monteren en gewoon maar wat te gaan fietsen. Na 500m had ik geen zin meer en ben ik een zandpad ingeslagen. Ik kwam weer die verdomde wilde zwijnen tegen. Ik moest nu niet alleen een slaapplaats hebben, het liefst ook nog eentje boven de grond. Deze vond ik op een afgesloten terrein. De poort was open en ik zag geen licht branden. In de veronderstelling dat er niemand was, klom ik in een boot die op een aanhanger stond geparkeerd. Stilletjes probeerde ik horizontaal te gaan liggen. Toen ik eenmaal lag, stoorde een wesp mij die ingesloten zat onder het zeil waar ik op lag. De boot was bewoond door ratten of muizen die eropuit trokken met het nodige kabaal. Na een half uur en enkele muggensteken verder klom ik uit de boot om een betere slaapplaats te zoeken. Tot mijn grote verbazing stonden er caravans op het terrein, waarvan het leek alsof ze niet in gebruik waren. Zonder een waarschuwing trok ik aan de deurklink van een caravan. De deur ging open en de verlaten caravan was voor mij. Het bed was opgemaakt. Ik had een bed! Ik was met de neus in de spreekwoordelijke boter gevallen. Bang om s'morgens betrapt te worden zette ik mijn wekker heel vroeg. Ik sliep uitstekend. Ik sliep in een bed!