donderdag 21 november 2013

Mudfootball

Dag 22: vrijdag 31 Augustus

Ondanks mijn eerste bed in ruim drie weken sliep ik slecht. Voornaamste reden was dat ik geen geld meer had en m'n bankpas geblokkeerd was. Ik werd wakker met een gigantische kater. Pijn in mijn hoofd van de drank en buikpijn van de bankpas. Daarnaast kocht ik van m'n laatste geld peuken terwijl ik twee weken was gestopt met roken. Dom, dom, dom.
Als deel van de Spaanse cultuur werd er koffie gezet. Van die hele sterke met een koekje, vaak eentje met chocolade. Nu ben ik niet zo'n snaaier, maar hier in Spanje vliegen de koekjes naar binnen. Neem je er één dan is het pak eerder half leeg dan vol. Na het ontbijt gingen we naar het dorp voor de boodschappen. Peter, Zaida, Hannah en ik klommen uit het dal, in de witte caddy. Ik was druk aan het telefoneren om het probleem met m'n bankpas op te lossen. Mijn telefoonrekening zal wel tegen de honderd euro aanlopen. Spanjaarden verbouwen vrijwel al hun groente in zuinig aangelegde tuintjes. Zelfs rijtjeshuizen hebben op hun zeldzame stuk grond wel een tomatenplant in pot staan. In de winkel kochten we dan ook alleen wat vlees en pasta. En natuurlijk een koekje voor bij de koffie na de lunch. Na de boodschappen gingen we allemaal terug naar de terra om een formidabel eenvoudige lunch te bekokstoven. Pasta, groente, kip en heel veel zout en peper. Peter, de electricien bleef in het dorp, om te werken. Hij heeft twee huizen. Eentje samen met z'n pa in het dorp Sant Hilari en de andere vier kilometer in de bossen, bergafwaarts wat ze terra of boshuis noemen. De terra heeft Peter zelf verbouwd voor nog geen drieduizend euro, in vier jaar tijd. Een hobby project noemde hij het. Een droomhuis als je het mij vraagt. Het pleepapier werd verzamelt in een prullenbakje zodat de wc niet verstopt raakt.
Na de lunch ging Zaida zich transformeren als piraat. Vanmiddag vonden er namelijk verschillende soorten waterspellen plaats in Sant Hilari. Mudfootball, slip and slide, zaklopen en dat soort onbenulligheden. De teams hadden ieder hun eigen thema. De jongemannen waren als wijf met Hawaiirokje. Je had de dames verkleed als voetballer, de boeren verkleed als cowboys en de piraten. Dolle boel dus. Zeker omdat er een brandweerkraan was geïnstalleerd op het plein en niemand snapte hoe zo'n ding nu op juiste manier open en dicht ging. Dit resulteerde keer op keer op een flamboyante straal water die neerdaalde op de nietsvermoedende bezoekers in hun zondagskleren.


Ik was helaas met hele andere dingen bezig als waterpret en andere ongein. M'n bankpas was inmiddels twee maal gedeblokkeert, wat me zes! extra pogingen gaf om de juiste pincode te raden. Vol ongeloof had ik na zes keer proberen nog steeds geen geld. Het is onmogelijk te verklaren waarom ik na zes jaar dezelfde pincode te hebben gebruikt, hem niet meer wist. Na al die duizenden keren met mijn vingers moeiteloos de juiste pincode te hebben gevonden, maar nu in Spanje ineens niet meer. Ik was aangedaan. Ik geloofde niet meer in mezelf, ik was bang en onzeker. Wie vergeet nou in godsnaam z'n pincode? Een deuk in het zelfvertrouwen. Vandaag ging ik zonder geld op pad. Van eten en drinken was ik totaal afhankelijk van de mensen om me heen.

Opa Wim was vandaag jarig, dus ik pleegde een telefoontje naar het thuisfront. Ten tijde van het telefoontje bevond ik me op een plein waar de vergaande glorie in boerenkiel aan het klaverjassen was. Opa hoort heel slecht dat wist ik, maar hij verstond er echt geen bal van wat ik zei aan de telefoon. Zelfs niet toen alle oudjes op het plein verontwaardigd om zich heen keken, wie er zo stond te schreeuwen op het plein.
Ik hoop dat opa me een beetje heeft verstaan. Voor de zekerheid stuurde ik nog een kaartje.

Alles plakte, het was drukkend warm. Ik klapte in m'n handjes toen er een douche werd aangeboden. De douche in Sant Hilari gaat de geschiedenisboeken in als koudste sinds jaren.
Dinner stond op de planning. In een soort van jeugdhuis kwamen alle groepen van de dorpsbevolking bij elkaar om zich schrap te zetten voor het eetfestijn. Godfather Charles (hij was de oudste en rookte Winston sigaretten), ouders met kinderen, boer Johnny, metselaar Joye en nog dertig andere. Iedereen (behalve ik) legde een tientje in en er werd eten gehaald. Al snel verschenen er varkenspoten, broden van een meter lang, tomaten, complete kippen, olijven in alle soorten en maten, een kaas, meters worst, wodka, wijn en bier.



Ik vergeet bijna Frank te vermelden. Frank is de Catalaanse variant van New Kids, dan een oude versie. Hij bezit en flinke mat en een bierpens waar je u tegen zegt. Was ik eerst nogal stoicijns in zijn aanwezigheid, het leek net alsof hij iets tegen buitenlanders had. Totdat hij me naar de bar dirigeerde. Het is moeilijk 'nee' te zeggen ook al vertrouwde ik de zaak niet helemaal. Frank en ik namen plaats in de lokale bar. Hij bestelde twee speciale witte wijn en voor mij nog een bordje garnalen. Die zag ik niet aankomen van Frank. Het vreemde was dat hij geen engels sprak en daarom maar spaans tegen me sprak in de hoop dat ik dit wel kon begrijpen Terwijl de beste man met iedere andere ziel uit Sant Hilari het Catalaanse dialect spreekt. Na dit apperitief konden Frank en ik zo aanschuiven voor het feestmaal in het jeugdcentrum. Ik leerde een Catalaanse traditie waarbij een snee brood wordt ingesmeerd met een speciaal soort tomaat. On top of that, enkele druppeltjes olijfolie en wat zout. Als beleg kon men kiezen uit verschillende soorten plakjes vlees en kaas. Tradities waar ik van houd. Het vlees van de varkenspoot is taai. Zo taai dat het je minstens twintig keer moet kauwen wil je een soort kauwgom bal creeren die doorslikbaar is. De Catalanen eten langzaam en ze praten veel. Heel veel. het eetfestijn en alles eromheen duurde van 20:00 tot 01:00.
Ook heb ik kennisgemaakt met de typische Catalaanse anijs drank waarvan ik de naam lang en breed vergeten ben. men koopt alcohol in de winkel, gooit er allerlei soorten kruiden en specerijen doorheen. Daarna schut men het geheel eens even lekker doorelkaar. Veertig dagen ligt de distileerfles in een donker kamer. Na die veertig dagen (geen dag korter of langer!) even zeven, dopje eraf en swingen maar.
Elk moment denk je dat het niet beter kan, komt er weer een drankje, koude koffie, wijntje, olijfje of een nieuw soort koekje voorbij.
Het viel me al op de Catalanen erg waren gesteld op hun onafhankelijkheid. In de dorpjes die ik passeerde hing veelal de Catalaanse vlag. Che Guevara is nooit ver weg in Catalonie. Het jeugdcentrum hing vol met Catalaanse vrijheids attributen zoals landkaarten, pamfletten en er lag een Catalaans woordenboek.
Ik kreeg van Joye een t-shirt met daarop iets als 'free Catalonie'. Een strijders t-shirt tegen de Spaanse bezetter. Heel genereus natuurlijk en als dank trok ik het t-shirt direct aan.
Het was inmiddels tijd om naar Brams te gaan. Een Catalaanse band die hoe kan het ook anders, liedjes speelt over de onafhankelijkheid van Catalonie. Dit keer gingen we in een robuuste 4x4 terreinwagen. Ook dit keer met een aangeschoten chauffeur achter het stuur. We kwamen de politie controle tegen, dus we besloten een omweg te nemen.
Mijn gastvrouw Zaida was moe en ging tukken. De remmen gingen los, vooral bij Peter. Geen moment stond ik alleen. Continu waren er mensen die met me wilde praten. Ik ontmoette Pau die met z'n vriendin, (hij noemde z'n vriendin 'wife') naar Sant Hilari was afgereisd om de band Brams te zien. Een schreeuwlelijk maar dan een goede. Hij boodt me een lift en dinner aan met z'n familie de volgende dag, 200 kilometer zuidwaarts. Ondertussen bleef hij Mojito's voor me halen. Hij had een eigen tweedehands zaak ergens aan de kust in zuid Catalonie. Is het niet valsspelen als je een lift zou nemen met de auto? Morgen zou ik Pau bellen en besluiten of ik mee ga.


Deze avond zou een late worden. Tot zes uur in de morgen was er live muziek. Alleen van vier tot zes was er een verschrikkelijk slechte dj die zoals ze dat hier noemen techno draaide, maar een slap aftreksel is van jaren negentig pop disco. Toch was het leuk voor even.
Peter waarbij alle remmen waren losgegaan, was compleet dronken. In de categorie waar je met de grootst mogelijke moeite in evenwicht blijft. Stilstaan is geen optie want dan donder je om. Of net niet. Dan is het een dronkenmansdans. En zoiets deed Peter.
Een opmerking, we moesten  nog naar huis. Niet te voet wat al een probleem zou zijn, niet met de fiets wat gezien de situatie niet ongevaarlijk zou zijn, maar met de auto. Met de witte caddy, waar de koelbox met wodka ons de hele avond van plezier had voorzien. Met de auto dat tyfes eind omlaag naar de terra. Over bulten, boomstronken, onmogelijke keien en haarspeldbochten. Die weg moesten we nog eventjes omlaag om het veilige bed te bereiken. Ik twijfelde over de capaciteiten van m'n chauffeur. Mijn twijfel werd gevoedt door het feit dat we opweg naar de parkeerplaats enkele malen halt moesten houden omdat het evenwichtsorgaan dusdanig van slag was dat het zwalkende lichaam moest rusten tegen een paal, hek of fietser. Toen we eenmaal in de auto zaten en ons door een doolhof van chaotisch geparkeerde auto's hadden gebaand ging het snel. Als een volleerd rally racer sjeesden we naar huis. Peter kon blijkbaar beter dronken autorijden dan dronken zijn. Een openbaring als je het mij vraagt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten