Dag 9: zaterdag 17 Augustus
Om half zeven werd ik gewekt door de oude man die opnieuw een hengeltje ging werpen om opnieuw genoeg visjes te vangen voor zondag. Ik mocht ook eens proberen en waarempel, na twee pogingen krokkelde er een ongelukkig forrelletje aan de vishaak. Ik had beet. Dat hij goed heeft mogen smaken. Daar stond ik om zeven uur in de ochtend, verscholen in de nevel, in m'n zwembroekie, in de La Loire te hengelen, aandachtig luisterend naar de aanwijzingen van de oude man. Dat luisteren gaat me nog wel goed af, maar het spreken in het frans zorgt voor nogal wat handen- en voetenwerk. Met een gulle glimlach en een flinke dosis enthousiasme kom je een heel eind, bleek ook weer vandaag. Ik ben denk ik te bescheiden om frans te spreken, ik durf geen fouten te maken, dus ging ik conversaties uit de weg en schakelde over in het Engels. Vandaag niet, ik moest en zou frans spreken met de oude man. Franse waarderen het enorm wanneer je de moeite neemt hun taal te spreken, al dan niet met fouten. Spreek je het niet dan zijn ze beledigd. Om dit te voorkomen had ik twee fransboekjes meegenomen. Ik moest flink gaan studeren wilde ik me enigzins verstaanbaar maken.
Ik wenste de oude man nog veel plezier met vissen en alvast 'Bonne Apetitit' (spreek de laatste t niet uit, want dan lachen ze je uit) voor zondag.
Ik arriveerde vroeg in de ochtend in Roanne. Gelukkig want de vierbaanswegen (zonder fietspad) waren uitgestorven. Dat gaf me de gelegenheid rustig door de stad te fietsen, zonder overhoop te worden getoeterd door boze chauffeurs.
In Roanne probeerde ik de La Loire verder te volgen maar stuitte al gauw op een stuwdam. Blijkbaar was dit het einde (of begin) van de magische Loire, die ineens aan schoonheid moest inleveren. De natuurlijke stroom en liefelijke oevers worden abrupt verstoord door een muur van beton.
Ik ging maar een beetje rechts aanhouden omdat me dit wel de juiste richting leek. De voorheen vervloekte oranje D-weg was nu een ruimbaans stuk asfalt waar je met gemak naast kunt fietsen, zonder continu te worden geterroriseerd door passerenden vrachtwagens. Deze weg was minder gevaarlijk, maar ging wel omhoog. De heuvels vloeide langzaam over in echte bergen. Ik betrad mannenterrein. Het was drie uur en ik vond het wel welletjes geweest voor vandaag. Ik had zin in een douche. Al snel vond ik een camping, met een prive plekje in de schaduw naast een beekje. Ik wastte mijn kleren, probeerde m'n matje te repareren, maar al snel bleek dat het hier een gatenkaas betrof, naaide m'n korte broek, liet de speld vallen en viel in slaap.
Vandaag zou ik niets meer doen, het heerlijke niets doen. 'Dolce Fai Riente'.
Ik stekte op de camping. Een camping.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten