maandag 14 oktober 2013

Zeiknat

Dag 4: Maandag 12 Augustus

Ik had een kater en ging weer fietsen, geheel uit vrije wil. Het festivalterrein sliep nog, werklui begonnen in alle vroegte voorzichtig met het afbreken van de podia's. Het was grauw weer, ik poepte op een dixi. Eerst fietste ik naar Bulles, daarna richting Orval (waar ze dat verschrikkelijke kloosterbier brouwen) om in Avioth het bordje "Bienvenue en France" te passeren. Frankrijk! Helaas had ik in m'n aantekeningenboekje geen verdere routebeschrijving van de St. Jacobsroute opgeschreven.  Vanaf Avioth fietste ik op de bonnefooi. Af en toe links, dan weer eens rechts maar vooral rechtdoor, richting het Zuiden.
In Frankrijk is de afstand tussen de dorpjes een aanzienlijk stuk groter. Mocht de situatie zich voordoen waarbij je al dan niet per ongeluk de 'verkeerde' richting neemt, dan fiets je dus goed fout. De kortste route is niet de beste bleek deze dag maar weer. Ik fiets liever 10 km om, dan dat ik 10 km op een drukke D weg moet fietsen. Vaak is het frustrerend een blokje om te fietsen, soms gaat je kopje hangen, je weet dat er een kortere route is, een gemakkelijkere. Het is zaak de gouden middenweg te vinden in de juiste richting (het zuiden) en een rustige weg. Heb je die middenweg eenmaal gevonden dan geniet je. Vandaag was dat niet het geval.
Na Dun Sur Meuse hing er al een beetje regen in de lucht. Ik pakte m'n regenjackje en fietste stug door. Zelfs toen het met bakken uit de hemel kwam vertikte ik te schuilen. Het water bereikte ook de laatste droge plooien van m'n kleren, ik was zeiknat, een verzopen kater. Tel daar de gebrekkige route informatie bij op en het drukke verkeer dat met 100 kilometer per uur rakelings naast je raast en je hebt een slecht humeur. Ik had geen puf meer, had koppijn, was moe, doorweekt en ik had lamme benen.
Op zulke momenten doet een Mars wonderen, in combinatie met een appel. Er zit niets anders op je fiets op te klimmen en domweg, het liefst op een licht verzetje, te trappen. En trappen en trappen.

Brug over de maas.


Ik vond onderdak in een oude hooischuur. Boeren waren druk in de weer hooibalen binnen te halen, voordat ook deze te grazen werden genomen door de plensbuien. Ik hoop dat de boeren vannacht geen hooibalen in mijn zelf toegeƫigende schuur droppen, en mij zo een welverdiende nachtrust gunnen. Net als de muizen en muggen vandaag vriendelijk voor me zullen zijn. Ik hou van de geur van hooi.













Geen opmerkingen:

Een reactie posten